Relevante architecturen binnen het onderwijs

Er zijn diverse referentiearchitecturen die binnen het onderwijs relevant zijn, zowel onderwijssectorspecifiek als sectoroverstijgend.

Sectorspecifiek

HORA, MORA en FORA zijn sectorale referentiearchitecturen gericht op de enterprise architectuur op onderwijsinstellingsniveau voor respectievelijk de sector ho, inclusief onderzoek, de sector mbo en de sectoren po en vo (funderend onderwijs).

HOSA: Hoger Onderwijs Sector Architectuur. Dit is een sectorarchitectuur (doelarchitectuur) die kaders bevat die leveranciers van de gemeenschappelijke informatie- en technologievoorzieningen helpen bij het ontwikkelen en leveren van deze voorzieningen in de komende 5 tot 10 jaar.

MOSA: Voor het mbo wordt een vergelijkbare sectorarchitectuur ontwikkeld. De MOSA is niet vrijblijvend, maar een ontwerp voor daadwerkelijk aan te leggen voorzieningen.

FOSA: Voor het funderend onderwijs staat de ontwikkeling van een richtinggevende sectorarchitectuur op de planning.

Sectoroverstijgend

ROSA is de ketenreferentiearchitectuur voor het hele onderwijs, zowel formeel als non-formeel. ROSA richt zich als ketenreferentiearchitectuur op het bevorderen van samenwerking tussen ketenpartijen op het vlak van informatievoorziening in alle onderwijsdomeinen en op (onderwijs)domeinoverstijgende aspecten van de informatievoorziening.

De NORA is Nederlandse Overheid Referentie Architectuur van de overheid. Het bevat kaders en bestaande afspraken voor het inrichten van de informatiehuishouding van de dienstverlening van de Nederlandse overheid. De NORA is bedoeld als richtinggevend en sturend instrument. Ze is op een relatief hoog abstractieniveau maar is wel bepalend hoe de overheid naar informatie en standaarden kijkt voor de inrichting van haar diensten.

Hoe verhoudt ROSA zich tot de andere referentiearchitecturen?

ROSA is in de eerste plaats een ketenreferentiearchitectuur, en dus gericht op informatie-uitwisseling tussen organisaties binnen het onderwijs en met organisaties buiten het onderwijs zoals de gemeente of de belastingdienst. ROSA is bovendien sector- of liever gezegd domeinoverstijgend: de scope betreft uitwisselingen en ketensamenwerkingen binnen een onderwijsdomein (werkingsgebied) maar ook tussen domeinen. De ROSA sluit hierbij aan op de sectorale referentiearchitectuur van een onderwijsinstelling, waarin juist de interne bedrijfsvoering wordt beschreven. En uiteraard ook op bijvoorbeeld de  enterprise architectuur van een uitgever, een softwareleverancier, een publieke dienstverlener, etc.

De sectorale referentiearchitecturen (SRA’s), FORA, MORA en HORA, worden voor het onderwijs steeds belangrijker. De vraag daarbij is: hoe verhouden deze zich tot elkaar en tot de ROSA – niet alleen qua scope en inhoud, maar ook qua governance. In het kader van het project Revisie ROSA is naar die samenhang gekeken en bekeken hoe die samenhang (nog) beter kan worden bewerkstelligd. Een belangrijke rol in dit proces is weggelegd voor de ROSA en hoe daarmee vanuit een SRA een verbinding gelegd kan worden op diverse vlakken (begrippen, referentiecomponenten, processen). Het verbeteren van de samenhang tussen de ROSA en de SRA’s leidt ook tot een betere samenhang tussen de SRA’s onderling. Voor dit proces zijn principes en afspraken opgesteld en is een adviesgroep Samenhang ingericht die zich blijvend met deze samenhang (waarbij ook de sectorarchitecturen betrokken zijn) bezig gaat houden. Zie verder de pagina Samenhang ROSA met andere architecturen op de ROSA-wiki.

De ROSA vormt ook de brug naar de NORA die een overheidsbrede scope heeft en meer gericht is op overheidsdiensten. En via de NORA ook naar haar talrijke ‘dochter’-referentiearchitecturen voor de verschillende overheidsdomeinen.

Het is vanzelfsprekend dat geleerde lessen en best-practices uit andere architecturen ook een plek kunnen vinden in de ROSA, en vice versa.