Toelichting

Binnen platform Edustandaard worden afspraken en architecturen beheerd of geregistreerd.

Afspraken

Afspraken kunnen zich richten op verschillende gebieden, bijvoorbeeld op semantiek, berichtuitwisselingen, op beveiliging, toegang of op specifieke technische oplossingen. Het gaat bij Edustandaard om afspraken tussen meerdere ketenpartijen binnen het onderwijs die middels deze afspraken beter digitaal kunnen samenwerken.

Architecturen

Een referentiearchitectuur is een instrument dat organisaties helpt bij het beheersen van risico’s in de informatievoorziening en het creëren van de noodzakelijke samenhang en kwaliteit. Het beschrijft de inrichting van ketens of organisaties in kaders en modellen. Dat geeft inzichten die gebruikt kunnen worden om de samenwerking te verbeteren. Een referentiearchitectuur onderscheidt zich van andere architecturen door het bieden van een soort sjabloon voor specifieke (bedrijfs- en keten-)architecturen binnen een veld, zoals het onderwijsveld (ROSA), onderwijssectoren (bijvoorbeeld FORA, HORA en MORA) of logistieke onderwijsketens (bijvoorbeeld ECK Distributie en toegang).

De drijfveer achter standaarden

Voor het onderwijs- en onderzoeksveld komen steeds meer digitale diensten en voorzieningen beschikbaar, zoals leeromgevingen, zoekportals, digitaal lesmateriaal en administratiesystemen. Om uitwisselingen tussen voorzieningen voor onderwijs en onderzoek mogelijk te maken, zijn standaarden in de vorm van afspraken en architecturen nodig.

Wat zijn de voordelen voor onderwijs en onderzoek?

  • Gegevens kunnen veilig, betrouwbaar en eenvoudig uitgewisseld worden, wat de kwaliteit van de uitwisseling ten goede komt.
  • Het is efficiënter en goedkoper om één koppeling te maken en te onderhouden.
  • Als afspraken en architecturen en de relaties daartussen zijn vastgelegd, gaat de communicatie en gegevensuitwisseling tussen de gebruikers (zoals onderwijsinstellingen, leveranciers en distributeurs) beter.
  • Afspraken en architecturen ondersteunen de klantvraag: de klant kan duidelijk maken waaraan softwaretoepassingen moeten voldoen.
  • Kennis, ervaring, informatie en hulpmiddelen kunnen hergebruikt worden.

Standaarden in de praktijk

Met welke afspraken krijgen onderwijsinstellingen, ontwikkelcoördinatoren, uitgevers en leveranciers te maken bij:

Leer- en toetsmateriaal gebruiken

Voor een foutloze distributie en toegang van digitale leermiddelen en toetsen moeten uitgeverijen, distributeurs en leveranciers afspraken maken over onder andere het verpakken van digitaal leermateriaal om het uitwisselbaar te maken en het afspelen van educatieve content in een elektronische leeromgeving.

Relevante standaarden: Afspelen educatieve content, SCORM, Content packaging, NL-QTI

Toets- en examenresultaten overdragen

Steeds meer scholen gaan digitaal toetsen. Belangrijk is dat de toetsresultaten en gegevens van leerlingen overgebracht kunnen worden van een educatieve applicatie (bijvoorbeeld van een uitgever) naar het leerling- cq studentadministratiesysteem.

Relevante standaarden: Summatieve toetsresultaten vo, Uitwisseling Leerlinggegevens en Leerresultaten, EDEXML, Logistiek Proces Eindtoets po, OOAPI, OKE MBO, Edukoppeling

Leer- en toetsmateriaal vinden

Docenten kunnen gebruik maken van allerlei digitale leermiddelen en toetsen. Belangrijk is dat online materiaal goed gemetadateerd is, zodat het gevonden kan worden en het op de juiste manier en op het juiste moment ingezet kan worden.

Relevante standaarden: NL LOM, OAI-PMH, SRU/SRW, UPI, CPI

Onderzoeksresultaten vinden

Eenduidigheid is noodzakelijk wanneer de beschrijvende informatie over wetenschappelijke publicaties en vakliteratuur uitgewisseld moet worden van de databases naar zoekmachines, in het bijzonder van repositories (faciliteiten voor het opslaan en beheren van digitale informatie in een via het internet toegankelijke vorm) naar diensten als de HBO Kennisbank en NARCIS.

Relevante standaarden: MODS, DIDL, URN:NBN, Semantics, OAI-PMH

Verantwoorden en besturen

Voor scholen en andere onderwijsorganisaties is het van belang om informatie te hebben over de doorstroom van leerlingen. Hoe kunnen organisaties in het onderwijs (zoals scholen, de Dienst Uitvoering Onderwijs en de Onderwijsinspectie) op een eenduidige manier (vertrouwelijke) gegevens met elkaar uitwisselen?

Relevante standaarden: Doorstroommonitor, Edukoppeling

Identificeren, authenticeren en veilig toegang regelen

Voor een foutloze distributie en toegang van digitale leermiddelen zijn alle betrokken partijen (uitgeverijen, distributeurs en leveranciers van elektronische leeromgevingen en leerling- cq studentadministratiesystemen, maar ook de gebruikers, de onderwijsinstellingen) onderling afhankelijk van elkaar. Dat geldt onder andere voor de uitwisseling van gegevens en de online locatie waar leermiddelen te vinden zijn maar ook voor de identificatie van organisatorische eenheden en mogelijk onderwijslocaties binnen een onderwijsinstelling.

Relevante standaarden: URN:NBN, RIO Canonieke modellen, Edukoppeling

Semantiek

Een onderwijsinstelling in de context van het primaire proces (lesgeven) kent hele andere eigenschappen dan diezelfde onderwijsinstelling in de context van verantwoording of bekostiging. Toch gaat het om dezelfde onderwijsinstelling en is het noodzakelijk om de samenhang te bewaren. Door de begrippen die worden gebruikt binnen het onderwijs vast te leggen en deze te voorzien van een definitie, weten we wanneer we het over hetzelfde hebben. Dat komt de gegevensuitwisseling tussen onderwijssectoren ten goede.

Relevante standaarden: Semantics, ROSA Begrippenkader, UPI